Hoe vermeld je allergenen correct op een etiket?

Het correct vermelden van allergenen op etiketten is wettelijke verplicht. Duidelijke allergenenetikettering draagt bij aan voedselveiligheid en versterkt het consumentenvertrouwen. Wat komt hier allemaal bij kijken?

Allergenenbeheer

Allereerst moet je de aanwezige allergenen goed in kaart brengen. Als kwaliteitsmedewerker in de foodindustrie ben je verantwoordelijk voor het waarborgen van correcte allergeneninformatie. Je verantwoordelijkheden omvatten o.a.:

  • Grondstoffenbeheer: Controleren of leveranciers juiste allergeneninformatie aanleveren.
  • Receptuurbeheer: Het samenstellen van de juiste receptuur op basis van jouw grondstoffen.
  • Productieregistratie: Bewaken van het productieproces om kruisbesmetting te voorkomen.
  • Etikettencontrole: Zorg dragen voor naleving van wetgeving en leesbaarheid voor de consument.

Deze taken vragen om een scherp oog voor detail, actuele kennis van de wetgeving en samenwerking met verschillende afdelingen binnen je bedrijf.

De 14 wettelijke allergenen

De EU verplicht om 14 specifieke allergenen te vermelden. Deze allergenen moeten expliciet benoemd worden in de ingrediëntendeclaratie en moeten duidelijk worden benadrukt (bijvoorbeeld met vetgedrukte tekst).

De volledige lijst van de 14 verplichte allergenen:

  1. Glutenbevattende granen (zoals tarwe, rogge, gerst, haver, spelt, kamut en producten hiervan).
  2. Schaaldieren (zoals garnalen, kreeften, krabben en producten hiervan).
  3. Eieren en producten op basis van eieren.
  4. Vis en producten op basis van vis (met uitzondering van gelatine van vis gebruikt als drager in vitamine- of carotenoïdepreparaten).
  5. Aardnoten (pinda’s) en producten op basis van pinda’s.
  6. Soja en producten op basis van soja (met enkele uitzonderingen, zoals volledig geraffineerde sojabonenolie).
  7. Melk en producten op basis van melk (inclusief lactose).
  8. Noten (zoals amandelen, hazelnoten, walnoten, cashewnoten, pecannoten, paranoten, pistachenoten, macadamianoten en Queenslandnoten, en producten hiervan).
  9. Selderij en producten op basis van selderij.
  10. Mosterd en producten op basis van mosterd.
  11. Sesamzaad en producten op basis van sesamzaad.
  12. Zwaveldioxide en sulfieten in concentraties van meer dan 10 mg/kg of 10 mg/liter (uitgedrukt als SO₂).
  13. Lupine en producten op basis van lupine.
  14. Weekdieren (zoals slakken, mosselen, inktvissen) en producten hiervan.

Tip: Maak gebruik van Eclarion’s allergenenbeheer om deze informatie systematisch te beheren en te integreren met jouw bestaande QA-processen.

Kruisbesmetting: hoe voorkom je het?

In productiefaciliteiten is het risico op kruisbesmetting een grote uitdaging. QA-professionals moeten:

  1. Risicoanalyses uitvoeren: Gebruik methodes zoals HACCP om mogelijke contaminatiepunten te identificeren.
  2. Scheidingsmaatregelen implementeren: Zorg voor gescheiden productielijnen of duidelijke schoonmaakprotocollen.
  3. Etiketten aanpassen: Indien er een risico is op sporen van allergenen, gebruik waarschuwende teksten zoals “Kan sporen bevatten van…”.

Belangrijk: Overweeg alleen “sporen van”-vermeldingen als laatste redmiddel, om onnodige angst bij consumenten te voorkomen.

De wetgeving: wat zijn de specifieke eisen?

De EU-verordening 1169/2011 schrijft voor:

  • Ingrediëntenlijst: Alle allergenen moeten worden vermeld in de ingrediëntenlijst (ingrediëntendeclaratie) en worden benadrukt (bijvoorbeeld in vetgedrukte letters).
  • Niet-voorverpakte voedingsmiddelen: Ook hier moeten allergeneninformatie beschikbaar zijn, bijvoorbeeld via bordjes of op aanvraag.
  • Taalgebruik: Gebruik begrijpelijke en uniforme termen die aansluiten bij consumentenbegrip.

Praktijktip: Gebruik regelmatig interne audits om te controleren of etiketten in lijn zijn met de laatste regelgeving.

Procesoptimalisatie: allergenenbeheer integreren

Een effectieve aanpak begint met een gestroomlijnd proces. QA’ers kunnen de volgende stappen ondernemen:

  1. Leveranciersmanagement:

    • Vraag allergenenverklaringen op bij elke levering.
    • Verifieer regelmatig de informatie bij leveranciers.
  2. Interne training:

    • Train productiemedewerkers om bewust om te gaan met allergenen.
    • Organiseer workshops over het minimaliseren van kruisbesmetting.
  3. Automatisering:

    • Gebruik software voor allergenenbeheer om informatie accuraat en up-to-date te houden.
    • Integreer allergeneninformatie in je ERP-systeem om fouten te minimaliseren.
  4. Regelmatige controles:

    • Voer steekproeven uit op etiketten en productieprocessen.
    • Werk samen met externe auditoren voor een frisse blik.

Veelgemaakte fouten en hoe ze te voorkomen

QA’ers in de foodindustrie moeten waakzaam zijn voor veelvoorkomende valkuilen:

  1. Incompleet overzicht van allergenen in grondstoffen:

    • Oplossing: Gebruik een checklist of software om informatie systematisch te controleren.
  2. Onleesbare etiketten:

    • Oplossing: Test etiketten op leesbaarheid, zelfs onder slechte lichtomstandigheden.
  3. Onjuiste “sporen van”-vermeldingen:

    • Oplossing: Baseer deze vermeldingen uitsluitend op een risicoanalyse.

Aan de slag met allergenenetikettering!

Voor QA’ers in de foodindustrie is allergenenetikettering een complex maar cruciaal proces. Het vereist samenwerking, een systematische aanpak en voortdurende verbetering. Door aandacht te besteden aan grondstoffenbeheer, risicoanalyses en duidelijke etiketten, zorg je voor voedselveiligheid en win je het vertrouwen van consumenten.

Wil je jouw allergenenbeheerproces optimaliseren of meer leren over de nieuwste regelgeving? Neem gerust contact op of probeer een allergenendeclaratie te maken via Eclarion!