Nieuwe richtlijnen voor allergenenbeheer: Grondstofinformatie en PAL uitgelegd
Bij het beheren van allergenen in de voedingsmiddelensector zijn twee pijlers van cruciaal belang: Grondstofinformatie en -beheer en Risicocommunicatie via Precautionary Allergen Labelling (PAL). In dit artikel bespreken we de belangrijkste richtlijnen en hoe deze toegepast kunnen worden binnen een Food Safety Management System.
Grondstofinformatie en -beheer
Het correct verzamelen en beheren van grondstofinformatie vormt de basis voor allergenenbeheer. Hier zijn enkele kernpunten:
1. Up-to-date allergeneninformatie
Alle grondstoffen, inclusief technologische hulpstoffen en procesmiddelen, moeten voorzien zijn van up-to-date allergeneninformatie. Deze informatie kan afkomstig zijn uit:
- Productspecificaties van leveranciers.
- Door leveranciers ingevulde vragenlijsten.
- Regelmatige audits en aanvullende analyses waar nodig.
De allergeneninformatie moet niet alleen de 14 wettelijke allergenen uit Verordening (EG) Nr. 1169/2011 omvatten, maar kan worden uitgebreid naar specifieke eisen van het land van verkoop.
Via Eclarion kun je deze allergenenlijst zelf configureren, zie ook Allergenen beheren.
2. Informatievereisten
De grondstofinformatie moet minimaal de volgende aspecten bevatten:
- Allergenen die als ingrediënt aanwezig zijn.
- Allergenen die onbedoeld aanwezig kunnen zijn door kruisbesmetting in eerdere schakels van de keten.
- Kwantitatieve gegevens over allergenen in mg eiwit/kg grondstof, indien beschikbaar, om een risicobeoordeling mogelijk te maken.
Meer tips over het correct vermelden van allergenen op etiketten kun je vinden in ons artikel Hoe vermeld je allergenen correct op een etiket?.
3. Beoordeling en validatie
Het is niet voldoende om alleen informatie te verzamelen. Bedrijven moeten de ontvangen gegevens beoordelen en controleren. Dit kan door de volgende maatregelen:
- Frequent herzien van grondstofinformatie (minimaal eens per drie jaar).
- Toepassing van de criteria voor het gebruik van PAL (zie hieronder).
Relevant: Verordening (EG) Nr. 852/2004 inzake levensmiddelenhygiëne en Verordening (EG) Nr. 1169/2011 betreffende voedselinformatie aan consumenten.
Risicocommunicatie via PAL
Precautionary Allergen Labelling (PAL) is een waarschuwing voor mogelijke kruisbesmetting met allergenen. Deze communicatievorm is alleen effectief als het zorgvuldig en bewust wordt toegepast.
1. Wanneer wordt PAL toegepast?
Een PAL is alleen toegestaan wanneer:
- Preventieve maatregelen onvoldoende effectief zijn om kruisbesmetting te voorkomen.
- Een risicobeoordeling aantoont dat de aanwezigheid van een allergeen een reële dreiging vormt.
- Documentatie aanwezig is die het bovenstaande onderbouwt.
Een PAL mag nooit gebruikt worden als vervanging van preventieve maatregelen.
Relevant: Mededeling van de Commissie (2022/C 355/01) betreffende voedselveiligheidssystemen en Codex Alimentarius Code of Practice on Food Allergen Management for Food Business Operators (CXC 80-2020).
Wettelijke status in Nederland: Momenteel heeft PAL in Nederland geen wettelijke status. Volgens bronnen zoals de FNLI moeten producten met allergenen boven de referentiedosissen, ongeacht een PAL-waarschuwing, van de markt worden gehaald. Vanaf 2026 zal een nieuw beleid gelden dat strenger toezicht houdt op de toepassing van PAL.
2. Bewoording en specificiteit
De bewoording moet helder en specifiek zijn, bijvoorbeeld:
- "Kan sporen van [allergeen] bevatten."
- "Niet geschikt voor mensen met een [allergeen]allergie."
Een PAL moet per verkoopeenheid worden bepaald en mag geen tegenstrijdigheden bevatten met de ingrediëntenlijst.
3. Praktische tips voor risicobeoordeling en allergenenbeheer
Om de risicobeoordeling en het allergenenbeheer effectief uit te voeren, bieden we de volgende praktische tips:
- Stel een schoonmaakmatrix op: Documenteer per productielijn welke schoonmaak nodig is bij productwissels. Dit voorkomt kruisbesmetting en maakt processen inzichtelijk.
- Train medewerkers: Zorg dat medewerkers volledig op de hoogte zijn van allergenenbeheer, risicobeoordelingen en het belang van nauwkeurige documentatie.
- Gebruik referentiedosissen: Hanteer duidelijke grenswaarden (zoals ED05) bij het beoordelen van risico's, en vertaal deze naar praktische actielimieten.
- Auditeer regelmatig: Voer interne audits uit om te controleren of allergeneninformatie en -beheer in lijn zijn met de laatste richtlijnen.
- Betrek leveranciers: Werk samen met leveranciers om allergeneninformatie te standaardiseren en tijdig updates te ontvangen.
- Test schoonmaakprocessen: Valideer de effectiviteit van schoonmaakmethoden met swabs of productanalyses, en herhaal deze validatie periodiek.
Allergenenbeheer en de toepassing van PAL zijn integraal onderdeel van een goed HACCP-plan. Lees ook Wat is HACCP?
4. Referentiedosissen en actielimieten
Bij een risicobeoordeling wordt de hoeveelheid allergeen vergeleken met een veilige grens, de referentiedosis (RfD). Deze grens wordt omgerekend naar een actielimiet (mg allergeen/kg product) op basis van de consumptiegrootte. Dit helpt bedrijven om objectief te bepalen of een PAL nodig is.
Voorbeeld:
- Voor pinda is de RfD 2 mg pinda-eiwit. Bij een consumptiegrootte van 100 g is de actielimiet 20 mg pinda-eiwit per kg product.
5. Schoonmaak en validatie
Het valideren van schoonmaakprotocollen is cruciaal om achterblijvende allergenen te minimaliseren. Dit omvat:
- Onderzoek naar achterblijvende productresten in de meest ongunstige omstandigheden (worst-case).
- Gebruik van swabs, productanalyses en andere methodes om de effectiviteit van de reiniging te controleren.
Praktijktip: Gebruik een schoonmaakmatrix om duidelijkheid te scheppen over welke reiniging nodig is bij productwissels.
6. Risico op overmatig gebruik
Onnodig gebruik van PAL ondermijnt het vertrouwen van consumenten. Daarom is het essentieel dat een PAL alleen wordt toegepast wanneer:
- De hoeveelheid allergeen de veilige grens overschrijdt.
- Preventieve maatregelen zijn genomen en aantoonbaar onvoldoende waren.
7. Documentatie en transparantie
Voor een geloofwaardige toepassing van PAL moeten bedrijven beschikken over:
- Gevalideerde risicobeoordelingen.
- Gedetailleerde schoonmaakprotocollen.
- Grondstofinformatie die kruisbesmetting aantoont.
Praktische toepassing binnen Eclarion
Voor kwaliteitsmedewerkers in de foodindustrie biedt een goed ingerichte allergenenbeheersing via Eclarion grote voordelen:
- Efficiëntie: Automatisch bijhouden van grondstofspecificaties.
- Compliance: Ingebouwde ondersteuning voor risicobeoordeling en het genereren van conforme etiketten.
- Transparantie: Duidelijke workflows voor het beoordelen van grondstofinformatie en het opstellen van PAL.
Met Eclarion zorg je ervoor dat je voldoet aan de nieuwste regelgeving en tegelijkertijd vertrouwen bouwt bij jouw klanten.
Door grondstofinformatie en risicocommunicatie optimaal te integreren in je processen, zet je een grote stap richting voedselveiligheid en klanttevredenheid. Heb je vragen over hoe je dit binnen jouw organisatie kunt implementeren? Neem gerust contact met ons op!